De kat (Felis Catus) is een van de oudste huisdieren van de mens. In mijn huishouden wonen (behalve ik en mijn twee kinderen) vijf katten. En alle vijf hebben zij zo hun eigen karakter en plekje hier in huis.  Zo is daar bijvoorbeeld Bikkel, een ranke, kortharige rode dame met Oosters bloed en prachtige lynx-achtige pluimpjes bovenop haar oren. Zij is zeer gereserveerd naar vreemden, maar heel erg aanhankelijk naar 'haar' mensen. Vermoedelijk omdat ik haar met de fles heb groot gebracht heeft zij nog steeds de intense behoefte op mijn pink te zuigen zoals een baby op een speen. En als een van haar mensen verdrietig is, dan komt Bikkel aangerend om te troosten. Mijn zoon is zelfs zo dol op haar dat hij regelmatig tijdens een knuffelpartij uitroept: 'zij is als een moeder voor mij'. Dan hebben we Buddha, die qua omvang zijn naam absoluut eer aan doet. Met zijn prachtige lange haren, dikke pluimstaart en ijsblauwe ogen is hij een imposante verschijning. De wijze waarop hij door het huis heen loopt is bijna koninklijk te noemen. Maar ondanks zijn macho uitstraling is hij dat niet. Hij is erg op zichzelf, zeer afwachtend en stiekem een beetje een bangerd. Knuffelen doet hij graag, maar alleen als het hem uitkomt en een echte schootkat zal hij nooit worden. Zijn specialiteit is het (soms tot bloedens toe) geven van liefdesbeetjes, bij voorkeur in tenen en in neuzen van zijn favoriete mens. Uit een menselijk gepland rendez vous tussen Bikkel en Buddha zijn vier prachtige kittens gekomen, waarvan wij er twee zelf hebben gehouden. Bijou, een kortharig 'schildpad' poesje met de bouw van haar moeder, maar grotendeels het karakter van haar vader. Al is zij dan voor de duvel niet bang en heeft ze van alle vijf onze katten het best ontwikkelde jachtinstinct. Dan is er nog haar broer Balou, een grote, kortharige, crèmekleurige bink met de ijsblauwe ogen van zijn vader, maar een ietwat 'Droopey' achtige blik. Balou is er van overtuigd dat hij 'de man' in huis is en laat zich regelmatig gelden. Zo wild als hij af en toe met zijn soortgenoten omspringt, zo zachtaardig is hij naar zijn mensen. Hij zal nooit of te nimmer een poot naar je uitsteken, ook al vind hij je nog zo irritant. En last, maar zeker niet least hebben we nog Pierrot. Een ietwat mislukte (lees; kapot gefokte) Pers met een enorme onderbeet en uitstekende 'slagtanden'. Een enorme kroelkat, die het liefst helemaal tegen je aan genesteld of op schoot ligt. Mensen zeggen weleens verbijsterd: VIJF???? Heb je VIJF katten? Is dat niet een beetje veel, stinkt je huis dan niet verschrikkelijk, liggen er dan niet overal haren? Is dat niet ontzettend veel werk? Da’s toch veel teveel, da’s toch niet normaal. Nooit gedacht dat jij een crazy catlady bent. Maar goed, ik heb er dus vijf. Da’s best veel, dat ben ik me bewust, en ja, er liggen vaak haren, maar, da’s een kwestie van schoonhouden en nee, als je het een beetje bijhoudt, dan stinkt je huis dus ook niet. Ontzettend veel werk? Ach, da’s een nogal subjectief begrip, het kost zeker wat tijd, maar dat heb ik er graag voor over. Teveel? Niet normaal? Laat mij maar het gekke kattenvrouwtje zijn, niets warmt je beter op tijdens deze gure koude dagen als een paar warme katten dicht tegen je aan.      

Ontvang urgent nieuws direct via ons WhatsApp kanaal!
Nieuw - ontvang urgent nieuws als vermissingen, belangrijke 112-meldingen of andere calamiteiten direct via ons WhatsApp kanaal! Klik hier om je direct aan te melden of hier voor meer informatie.

Max Joling

Over de auteur

Max Joling

30-jarige redacteur die objectieve artikelen schrijft maar ook eens een eigen schrijfsel publiceert met het doel te inspireren of aan te zetten tot nadenken. Die kun je hieronder lezen.

Eerder gepubliceerd

Meer artikelen uit columns