Vakantiegeld is vlak na de Tweede Wereldoorlog ingevoerd voor werknemers in Nederland. Ongetwijfeld (mede) op initiatief van een van de markante PvdA-politici die de partij toen nog had, in een tijd dat de partij nog pal stond voor de èchte arbeiders (lees: mensen die de handen uit de mouwen steken). Deze groep werkte zich het hele jaar een slag in de rondte, vaak voor minimale lonen, waardoor een jaarlijkse financiele toeslag om jaarlijks met het gezin op vakantie te kunnen gaan gewenst was.

Een regeling die ook door partijen zoals de VVD, die toen nog niet alleen de belangen van multinationals vertegenwoordigde maar ook voor het MKB, alsmede de christelijke partijen, werd ondersteund. Werknemers die jaarlijks op vakantie gaan komen hiervan weer fris en vol energie terug, wat goed is voor hun welzijn, prettig voor het gezin, maar ook goed voor de productiviteit - dus ook voor de werkgevers.

Vakantiegeld, een jaarlijkse bijdrage van werkgevers om personeel op vakantie te laten gaan is dus goed voor iedereen.

De overheid had en heeft echter nog steeds de gewoonte om de eigen kosten (de overheidsuitgaven) jaar in jaar uit te verhogen. Dit in tegenstelling tot de verkiezingsbeloftes, maar verbreken van verkiezingsbeloftes blijkt bij politici een gewoonterecht. Dit jaar is het percentage wat de overheid uitgeeft ten opzichte van wat er binnenkomt zelfs tot recordhoogte gestegen: nog nooit eerder gaf de overheid zoveel geld uit. Een overheidsapparaat (te weten ambtenaren) wat maar blijft doorgroeien en uitgaven waar je steeds vaker vraagtekens bij kunt zetten zijn de boosdoeners. Dat wordt nog een uitdaging als de economie weer terug gaat lopen maar dat terzijde. Geld is echter niet gratis, dat moet ergens vandaan komen.

Onze politici hebben daar jaren geleden onder meer het volgende op bedacht: We pakken de helft van het door de werkgevers op te hoesten vakantiegeld wat voor de werknemers bedoelt is af, we noemen het belasting, waardoor het geen diefstal is, maar het als een legale regeling betiteld kan worden.

Gevaar voor de makke Nederlander is er niet, die komt echt niet in het geweer. Sterker nog, die blijven iedere vier jaar doodgemoedelijk stemmen op de partijen door wie zij bestolen zijn. Gevolg van de jarenlange diefstal is dat er geen gezin meer op vakantie kan gaan van hun vakantiegeld. Tenzij je een lang weekend kamperen op een zorgboerderij, of een dagje olé roepen in de Efteling een vakantie noemt.
Wat zou het toch een prachtig gebaar zijn van onze overheid wanneer zij dit jaar met terugwerkende kracht alle werknemers hun volledige vakantiegeld zouden laten behouden. Zonder de helft te stelen - excuus, het fiscaal in te houden, zodat iedereen die aan de onderkant van de maatschappelijke ladder weer écht op vakantie zou kunnen gaan van het vakantiegeld.

Vakantiegeld laten benutten waarvoor het bedoeld is en het uitblijven van de gestolen buit - herstel belastinginkomsten, voor de verandering eens compenseren middels het inperken van overheidsuitgaven.