De politie mocht geen verkeersboete opleggen voor het overschrijden van de maximumsnelheid. Dat oordeelde de rechtbank recent. Ondanks COVID-19 is een staandehouding vereist.

Als de politie iemand op de weg tegenkomt die de maximumsnelheid overschrijdt, is volgens de rechtbank voor een beboeting vereist dat de bestuurder staande wordt gehouden. Dat is alleen anders als daartoe 'een reëele mogelijkheid ontbreekt'.

Coronavirus

De agent in kwestie gaf aan dat hij de Almeerder niet staande heeft gehouden vanwege de maatregelen rondom COVID-19.

Volgens de agent handelde hij in overeenstemming met de werkinstructie van de politie, waarin staat dat het tijdens het coronavirus de voorkeur heeft overtreders niet persoonlijk op naam te beboeten, maar op kenteken.

Vernietiging boete

De rechtbank vindt dat de politie de bestuurder staande had moeten houden. Een staandehouding kan volgens de rechtbank gewoon in lijn met de RIVM-adviezen plaatsvinden (dus op 1,5 meter afstand, red.)

Dat een staandehouding in tijden van het coronavirus 'geen reële mogelijkheid' meer is, is de rechtbank niet gebleken. De sanctie is volgens de rechtbank ten onterechte op kenteken uitgeschreven en wordt daarom door de rechtbank vernietigd.