Een man uit Almere is door de rechtbank veroordeeld tot 10 maanden celstraf (waarvan 5 maanden voorwaardelijk) vanwege het handelen in cocaïne. 

De handelaar liep tegen de lamp toen hij door cameratoezicht werd opgemerkt door de meldkamer van de politie. De agenten, die door de meldkamer naar de locatie waren gestuurd, troffen de verdachte aan en hielde de verdachte vervolgens aan. Bij de fouillering werden onder andere zes bankpassen aangetroffen, die op naam stonden van verschillende personen. Ook troffen de agenten twee wikkels aan met daarin verdovende middelen en vijf bolletjes met cocaïne. Tijdens een doorzoeking in de woning van de verdachte werd nog eens 108,55 gram aan cocaïne aangetroffen.

"Het is een feit van algemene bekendheid dat harddrugs een bedreiging vormen voor de volksgezondheid en het gebruik ervan bezwarend is voor de samenleving, onder andere vanwege de criminaliteit die het gebruik van verdovende middelen veelal met zich brengt en het overlast gevende gedrag waaraan verslaafden zich vaak schuldig maken.", aldus de rechtbank in het vonnis.

Volgens de rechtbank heeft de verdachte dit, met de handel in verdovende middelen, mede in stand gehouden en heeft hij daarbij alleen oog gehad voor zijn eigen financiële gewin. Gelet op de ernst van de feiten vond de rechtbank het opleggen van een gevangenisstraf noodzakelijk.